levensbeschouwing: standpunt
Levensbeschouwing HFST 3 Christendom
§1 inleiding
De 6 gemeenschappelijke standpunten waar christenen in geloven zijn:
- Het geloof in God die zich eerst getoond heeft aan het joodse volk
- Het geloof dat God mens is geworden in Jezus
- Het geloof dat Jezus een voorbeeld is voor ieder mens door de manier waarop hij leefde en uiteindelijk stierf voor de mensheid
- Het geloof dat Jezus na zijn dood is verrezen (de opstanding) en zich gevoegd heeft bij God de Vader in de hemel
- Het geloof dat er één God is die zich op 3 manieren kenbaar maakt:
- God de Vader
- God de Zoon
- God de Heilige Geest
- Het geloof dat de dood niet het laatste woord heeft maar dat uiteindelijk alles goed komt in een nieuw leven: het Rijk van God
De 2 belangrijkste kerken in NL zijn: de katholieke kerk en de protestantse kerk.
De 2 belangrijkste redenen waarom je over het christendom leert zijn: dat er veel mensen lid zijn van een kerkgenootschap en er is een christelijke cultuur in NL.
De dingen waaraan je kunt zien dat we in een christelijke cultuur wonen zijn:
- Allerlei voornamen die afgeleid zijn van belangrijke christelijke figuren
- De waarde die wij hechten aan het menselijk leven, wat onder anderen tot uitdrukking komt in een afwijzing van martelen
- De uitgebreide manier waarop christelijke feesten als Kerstmis en Pasen worden gevierd
§2: geschiedenis van het christendom
Het ontstaan van het christendom:
Rond 2000 is het Jodendom ontstaan. In de TeNaCH wordt aangekondigd dat er een Messias
op aarde zou komen. Jezus werd gezien als een Messias want hij kwam op voor mensen die het moeilijk hadden en sprak over het rijk van God. Jezus had aanhangers maar ook vijanden: de joodse leiders en de Romeinse bezetters. Door de Romeinen werd hij gevangen genomen en gekruisigd. De leerlingen van Jezus waren ervan overtuigd dat Jezus een Messias was en gingen hem navolgen. Zo ontstaat het christendom. Het christendom verspreidt zich snel, tot in Rome. In de loop van de 4e eeuw wordt het christendom een officiële godsdienst.
Scheidingen:
De eerste grote scheiding van het christendom is in 1054, het schisma. Er ontstaan 2 groepen: de katholieke kerk van Rome en de Oosters-orthodoxe kerken van Constantinopel. Het komt door ruzies over de positie van de paus en het celibaat. De christelijke kerken zijn tussen de 12e en de 14e eeuw op het hoogtepunt van hun macht en culturele invloed.
De tweede grote splitsing is in de 16e eeuw, de reformatie. De leiders zijn Maarten Luther en Johannes Calvijn. De redenen waren vooral het verplichte celibaat, de rol van de paus, de rijkdom van de kerk en de aflatenhandel (het afkopen van je zonden). Ze vonden dat kerkelijke zaken belangrijker waren geworden dan het woord van God.
Het christendom van nu:
Wat er is gebeurt tussen de 15e eeuw en nu is secularisatie (= afnemende invloed van de kerk en geloof in de samenleving) door uitvindingen, wetenschap en techniek. Ze proberen dit vanaf de 19e eeuw tot ongeveer 1950 te stoppen door bijv. protestantse en katholieke scholen op te richten, media enz. dit noemen we verzuiling. Vanaf de jaren 60 wordt dit gevolgd door ontzuiling. Je ziet dat steeds minder mensen lid zijn van een kerkgenootschap, dat noemen we ontkerkelijking.
§4.1 Jezus: een inspirerende christelijke persoon
Jezus is de belangrijkste figuur van het christendom. Hij was een jood die een rabbi (=joodse leraar) was. Hij gebruikte in zijn prediking veel gebruik van vergelijkingen. Hij deed veel wonderen en genas zieken. Volgens hem moest je aardig zijn tegen iedereen en iedereen is gelijk. Dat is een van de dingen die hij aan zijn leerlingen leerde.
§4.2 belangrijke christelijke geschriften
De bijbel is het belangrijkste boek van de christenen. Het is een hele verzameling boeken. Het Griekse biblia betekent boeken. Rond 200 n.Chr. kwam vast te staan welke niet tot het heilige schrift behoren. De bijbel bestaat uit 2 delen: het oude- en nieuwe testament.
Het oude testament is de TeNaCH, de joodse bijbel. Hierin staan die gaan over hun geloof in God. Je kunt lezen over:
- Het verbond van God met stamvader Abraham.
- De uittocht van de joden en de exodus.
- Mozes krijgt de 10 geboden van God.
- De verovering van het beloofde land.
De letter T in TeNaCH staat voor Thora: de 1e 5 boeken met belangrijke leefregels. De letters CH staan voor Chetoewiem. Rond de 1e eeuw v.Chr. krijgt het Oude Testament haar definitieve vorm.
In het Nieuwe Testament kun je lezen over het geloof in God van de volgelingen van Jezus. Er staan ook 4 verhalen over Jezus in, de evangelies (betekent: goed nieuws). Er zijn 4 evangelisten: Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes. Ze hadden een eigen visie op Jezus.
Behalve de 4 evangelisten vinden we in het nieuwe testament:
- Handelingen van de apostelen (verhalen over de eerste christenen).
- Brieven aan de christenen in verschillende landen (21, waarvan een aantal door Paulus van Tarsus, 3 - 67 n.Chr.)
- Openbaring of Apocalyps (een gelovige toekomstvisie) Johannes heeft dit geschreven.
Het Nieuwe Testament werd geschreven tussen 50 en 110 n.Chr.
§4.3 christelijke rituelen, feesten en symbolen
- Ritueel= handelingen die steeds terugkeren op een vast tijdstip of bij een bepaalde gelegenheid, bijv.: het doopsel, het vormsel en het huwelijk.
- Christelijke rituelen/sacramenten= christelijke rituelen op een belangrijk moment in je leven. Door deel te nemen aan deze rituelen is het voor gelovigen mogelijk om God te ontmoeten.
De 7 sacramenten zijn:
1) Het doopsel: als iemand wordt opgenomen in de kerkgemeenschap.
2) Het avondmaal (voor katholieken: eucharistie): het symbolische avondmaal ter nagedachtenis aan Jezus.
3) Het vormsel: een bevestiging van de doop
4) Boete en verzoening: vroeger sprak men over de biecht. Tijdens dit ritueel betuigt de gelovige katholiek spijt over de dingen die hij fout heeft gedaan (zonden) en ontvangt hij vergeving van de priester in naam van Jezus (absolutie). Vervolgens maakt hij zijn misstappen weer goed (penitentie)
5) De ziekenzalving: voor iemand die ernstig ziek is, het voorhoofd en de handen worden met heilige olie gezalfd.
6) De priesterwijding: voor degene die ervoor kiest zijn leven in dienst te stellen van God en de kerk (priesterschap).
7) Het huwelijk: als een man en vrouw voor God trouw beloven.
De belangrijke christelijke feesten:
1) Kerstmis ( 25 december): de herdenking van de geboorte van Jezus.
2) Paasfeest (de eerste zondag na de eerste volle maan in de lente): Jezus verrees uit de dood, hij ging terug naar god. De dagen voor Pasen wordt het lijden en de dood van Jezus herdacht. Pasen is het allerbelangrijkste christelijke feest.
3) Hemelvaart (40 dagen na Pasen): Jezus keert 40 dagen na Pasen terug naar God.
4) Pinksteren (50 dagen na Pasen): de uitstorting van de heilige geest over de eerste kerkgemeenschap te Jeruzalem. Door de werking van de heilige geest voelen christenen zich geïnspireerd en gesterkt.
Reactie plaatsen
Reacties
THHHHHHHXXXX OOOHHH DIT IS FK CHILLLL
Awesome! hoef ik het zelf niet te doen xD dankjewel xx
Awesome! hoef ik het zelf niet te doen xD dankjewel xx